Nederlof nazaten
De nazaten van Liza Nederlof - Oude voornamen
Oude roep/voornamen van het geslacht Nederlof in vorige eeuwen

De oudste (mannelijke) voornaam in de (nu bekende) genealogie van het geslacht Nederlof is Willem (ca 1540), gevolgd door Leendert (ca 1575) en Tijs (ca 1610).
De eerste echte Nederlof heette Leendert Tijsse. Ongetwijfeld vernoemd naar zijn grootvader Leendert. De tweede naam is eigenlijk geen voornaam, maar een achternaam: Tijszn of Tijsse. Zo heette zijn vader Tijs Leendertszn en zijn grootvader Leendert Willems (= Willemszoon). Uit het boek "Het geslacht Nederlof" blijkt de overgrootvader Willem de achternaam Boer droeg. Ook bij kleinzoon Leendert Tijsse is die achternaam aangetroffen. Echter in 1696, toen hij aangesteld werd als ouderling van de Hervormde kerk, heeft hij voor het eerst de achternaam Boer geruild voor Nederlof. Waarom is (nog) niet bekend.
De eerste vrouwelijke telg in de beschreven stamboom is Marigje Tijsse (Nederlof), dochter van Leendert Tijsse. Jammer dat we de namen van haar moeder, grootmoeder en overgrootmoeder niet weten.

Ons geslacht breidt uit. Het bewijs is het toenemend aantal nazaten van Liza (zie "Liza's nazaten").
Vaak zie je dat nieuwe telgen vernoemd worden naar directe verwanten. Sommige van die namen blijken in ons geslacht al heel oud.
In onderstaand overzicht zijn de (eerste) voornamen verzameld. Verschillende daarvan komen vast bekend voor omdat ze ook nu nog worden gebruikt in ons geslacht. Misschien wel leuk om te zien wanneer jouw naam voor het eerst in ons geslacht werd genoemd. Achter elke naam is het jaartal geplaatst waarin volgens het 'stamboomboek' de naam voor het eerst is gebruikt.

Maar wil je (of je telgen voor nieuwe telgen) iets 'bijzonders', kijk dan naar ons geslacht in voorgaande eeuwen. In onderstaand overzicht staan, behalve de nu nog voorkomende namen, ook namen die je hedentendage niet echt meer tegenkomt.

Zonen:
Aart (1888)
Abram (1780)
Adriaan (ca 1705)
Adrianus (1741)
Alewijn (1876)
Anthonie (1866)
Arie (1744)
Arij (1750)
Arje (1733)
Bartus (1891)
Bastiaan (1734)
Cornelis (1706), later ook
  Kornelis (1820)
Corstiaan (1886)
Dirk (1751)
ELIZA (1874) = onze voorvader Liza
  (geen eerdere vermelding ontdekt)
Evert (1886)
Florinus (1877)
Gerardus (1884)
Gerrit (1747), later ook
  Geerit (1825), Gerit (1830)
  en Geret (1888)
Gijsbert (ca 1703)
Hendrik (1819)
Herber (1828)
Huibert (1800)
Jacobus (ca 1670)
Jakob (1776), later ook
  Jacob (1783)
Jan (ca 1680)
Jasper (1792)
Johannis (1729), later ook
  Johannes (1788)
Joost (1737)
Klaas (1833)
Kommer (1704)
Kors (1834)
Lauwrens (1788), later ook
  Lourens (1862), Laurens (1870)
  en Louwerens (1876)
Leendert (ca 1575)
Lucas (1827), later ook
  Lukas (1830)
Maarten (1817)
Machiel (1891)
Marinus (1771)
Martinus (1811)
Matthijs (1734)
Mees (1765)
Nelis (1831)
Philippus (1766)
Pieter (ca 1670)
Pleunis (1831)
Sijmen (1826)
Teunis (1794)
Thomas (1766), later ook
  Tomas (1839)
Tijs (ca 1610)
Wiebe (1892)
Willem (ca 1540)
Wouter (1829)
Zoetenis (1847), later ook
  Soetenis (1896)
Dochters:
Aagje (1858)
Aaltje (1822)
Aantje (1834)
Adriana (1762)
Anna (ca 1762)
Annetje (1773)
Annigje (ca 1696)
Ardina (1896)
Ariaantje (1825), later ook
  Arjaantje (1864)
Barbera (1895)
Bastiaantje (1859), later ook
  Bastiana (1883)
Belia (1886)
Burgijna (1730)
Burgje (1743)
Catharina (1894)
Clasina (1876)
Cornelia (ca 1680), later ook
  Kornelia (1821)
Corstiana (1881)
Dievertje (1862)
Dirksje (1804), later ook
  Dirkje (1848)
Elisabeth (1816), later ook
  Elizabeth (1891)
  en Lisabeth (1895)
Elsje (1865)
Fijgje (1798)
Folkie (1776)
Gargie (1863)
Geertje (1755)
Geertruij (ca 1680), later ook
  Geertrui (1805), Geertruida (1877)
  en Geertruda (1886)
Gerredina (1868)
Gerrigje (1813)
Grietje (1802)
Gijsje (1883)
Heiltje (1874)
Hendrika (1890)
Huibertina (1863), later ook
  Huibertje (1865)
  en Huiberdina (1975)
Ida (ca 1870)
Jaantje (1856)
Jacoba (1893)
Janna (1861)
Jannigje (1732)
Jasperina (1796), later ook
  Jasperijntje (1864)
Jeltje (1887)
Johanna (1860)
Joostje (1807), later ook
  Joosje (1808)
Josina (1897)
Klara (1822)
Klaziena (1872), later ook
  Klazina (1881) en Klasina (1890)
Kommertje (1836), later ook
  Kommerina (1893)
Kundrina (1860)
Leentje (1865)
Lena (1840)
Lijnte (1767), later ook
  Lijntje (1880)
Lijsbeth (1751)
Maaike (1865)
Maartje (1899)
Magdalena (1818)
Margaretha (1878)
Maria (1828)
Marigje (ca 1641), later ook
  Marrigje (1728)
Martina (1774)
Metje (1894)
Mijntje (1898)
Neeltjen (1708), later ook
  Neeltje (1712)
Niesje (1743)
Pieternella (1889)
Pietertje (ca 1696), later ook
  Pietje (1832)
Pleuntje (1831)
Stijntje (1860)
Suzanna (1879)
Sijchje (1724), later ook
  Sijgje (1790), zie ook Zeigje
Sijgina (1869)
Teuntje (ca 1696)
Tine (ca 1898)
Trijntje (1783)
Volkje (1749)
Weijntje (1706)
Wilhelmina (1835), later ook
  Willemina (1886)
Willemijntje (1784)
Willemtje (1760)
Zijchje (1726), later ook
  Zeigje (1731), zie ook Sijchje
Zoetje (1845)